Er zijn geen regeltjes over hoe je je tuin inricht. Toch volgen we, misschien wel onbewust, een bepaalde tuintrend op: de strak aangelegde tuin waarin de kleur grijs overheerst. Het kan gaan om een kwestie van smaak, maar het heeft ook te maken met de media. In Nederlandse tuinprogramma’s en bladen zie je doorgaans strak aangelegde tuinen met in verhouding meer bestrating dan groen.

Gevolgen door verstening
Door de verstening raken riolen steeds vaker verstopt, want het regenwater kan niet in de grond zakken. Het stroomt met dank aan de verharding de tuin uit. Op deze manier komt het regenwater via de tuin ook in de Drentsche Aa terecht. Het zorgwekkende is dat gebruikte bestrijdingsmiddelen – en ja die worden juist op tegels en klinkerpaden veel gebruikt – zo veel sneller in rivieren en sloten terecht komen. Dit heeft schadelijke gevolgen voor het waterleven en op lange termijn ook op ons drinkwater.

Reden genoeg om deze tuintrend te doorbreken. Grijs is passé. Het levende groen neemt het over. Wat er dan ontstaat zijn weelderige, kleurrijke planten in de mooiste kleuren. Met slingerende paadjes van houtsnippers tussen de bloemen door die uitnodigen tot een kleine wandeling. Door de tuin zo in te richten met natuurlijk ogende borders vol hoge, rijkbloeiende planten waan je je in een andere wereld.

Weinig onderhoud
Anders dan je zou verwachten, vraagt deze wilde plantentuin weinig onderhoud. In het voorjaar is een snoeibeurt nodig en kunnen pollen gescheurd of verplaatst worden. De onkruiddrukkende houtsnippers strooi je elk jaar bij. In mei na ijsheiligen kunnen eenjarige of niet winterharde soorten (bv. ijzerhard, dille en cosmea) op lege plekken geplant worden. In de zomer beperken de werkzaamheden zich tot steunen van de planten en het afknippen van uitgebloeide bloemen.

Onkruid wieden is niet nodig, want dat krijgt met zo’n dichte beplanting geen enkele kans. Het grootste deel van de tijd kun je besteden aan het kijken en genieten van de tuin.