Boerenzoon én bloembollenteler Gert Veninga van Veninga Hijken zet elke keer een stap om nóg duurzamer te telen.
Bloembollen van Drentse bodem doen het goed op de markt in Europa, maar ook in Japan en China. Ze gaan de hele wereld over. De bollen telen zonder gewasbeschermingsmiddelen lukt nog niet. De kwaliteit van de bol is dan niet goed. Er kunnen ziektes in zitten waardoor je ze niet mag exporteren. Omdat gewasbeschermingsmiddelen een risico kunnen vormen voor het drinkwater, zetten bloembollentelers steeds meer in op duurzame teelt.
Zo ook bollenteler Gert Veninga: “Wij gebruiken de nieuwste gewasbeschermingsmiddelen die minimaal belastend zijn voor het milieu. Ze worden sneller afgebroken. Ook zetten we machines in waarmee we gerichter en met minder middelen kunnen spuiten. Dat betekent dat we met een lagere dosering spuiten, waardoor we minder kilo’s gewasbeschermingsmiddelen hoeven te gebruiken. Iedere keer een stap naar meer duurzaamheid en betere kwaliteit bloembollen van onze Drentse bodem. Dat is mijn uitdaging!”
“Ik heb ontdekt dat het erg belangrijk is om mee te gaan met de omgeving. Dat wat zij belangrijk vindt, daar moet ik naar luisteren. Met de omgeving bedoel ik mijn naaste buren, maar ook de inwoners van Drenthe, de overheid én de klant. Ik laat daarom tijdens rondleidingen zien hoe de lelie- en tulpenteelt werkt. Over jezelf vertellen was wel even wennen, want we doen dat niet graag in Drenthe.”
Veninga is trots op zijn bollen, maar is er ook zuinig op: “We moeten onze bollen goed beschermen, want ze gaan de hele wereld over. Ik vind het daarbij belangrijk dat natuur en de landbouw naast elkaar kunnen bestaan. Zo ook in het Drentsche Aa gebied. We zijn daar met z’n allen (overheden, andere boeren, telers, bedrijven en inwoners) goed mee bezig.”
Onze kinderen gaan graag verder met het bedrijf, dus er is alle reden om voorop te blijven lopen
Duurzaam op verschillende fronten
De bloembollenteler is op meerdere fronten actief met duurzaamheid. “Zo gebruik ik met de wingssprayer 30 procent minder middelen, omdat ik met een fijnere druppel kan spuiten. De wingssprayer zorgt er ook voor dat er nauwelijks tot geen verwaaiing (drift) van middelen optreedt, waardoor er minder middelen in de sloot waaien.
Wat we nog meer doen om duurzaam te telen? We planten Afrikaantjes om de grond te zuiveren van hardnekkige aaltjes. Die aaltjes tasten de wortels van de bollen aan en daarmee ook de kwaliteit. Vroeger gebruikten we daarvoor een chemisch middel, nu deze planten. Ook wil ik graag elektrisch gaan rijden en meer zonnepanelen op het dak. Zo blijven we, mijn vrouw en andere collega’s, erg ons best doen om duurzaam bloemen te telen in Drenthe.”
Negen telers doen mee!
Gert Veninga is net als acht andere bloembollentelers betrokken bij het bollenproject van het waterschap Hunze en Aa’s, de provincie Drenthe en het waterbedrijf Groningen om de emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar de Drentsche Aa te verminderen. Alle bloembollentelers die in het gebied van de Drentsche Aa telen doen mee aan dit project.
Wist je dat?
- Sommige lelies niet bij iedereen geliefd zijn om de sterke geur die ze kunnen verspreiden? In Taiwan willen ze deze juist graag hebben, omdat lelies bij de tempels worden neergezet. Die vallen dan goed op door de sterke geur.
- Naar Japan de grootste bollen geëxporteerd worden? Uit die bollen komen grote bloemen. Volgens Veninga is daar de traditie dat de man de vrouw verleidt met een lelie. Eén lelie. Dan moet je dus wel met een grote bloem komen.
- In Europa de bloem juist weer niet zo groot moet zijn omdat die vaak onderdeel is van een boeket? Een te grote bloem is dan niet passend.