Zestig kilometer bloeiende akkerranden langs de Drentsche Aa
18 december 2019
Zestig kilometer bloeiende akkerranden als buffer tussen akkers en oppervlaktewater. Die mijlpaal hebben Waterschap Hunze en Aa’s, de Provincie Drenthe en Waterbedrijf Groningen samen met de akkerbouwers en collectief Agrarische Natuur Drenthe bereikt. Op deze manier willen ze met z’n allen zoveel mogelijk voorkomen dat er gewasbeschermingsmiddelen in het water van de Drentsche Aa terechtkomen.
Rick Reijerse, gebiedscoördinator bij Agrarische Natuur Drenthe, is blij met de akkerranden. “Het is mooi dat we die zestig kilometer hebben behaald. Die randen vormen een buffer tussen de akker en het oppervlaktewater van de Drentsche Aa, dat wordt gebruikt als drinkwatervoorziening voor de stad Groningen. En zo’n buffer is hard nodig, vooral nu de regenbuien heftiger worden. De randen houden dan een deel van de afstroom van gewasbeschermingsmiddelen tegen.”
Hij benadrukt het belang om ook in de toekomst de inrichting en het beheer van de bufferranden te blijven ondersteunen. “De kennis van de boeren en de experts willen we bundelen, zodat we de teelt van de randen kunnen verduurzamen. Veronkruiding ligt altijd op de loer, maar we kunnen dit probleem samen tot een minimum beperken.”
Bodemleven zo min mogelijk verstoren
Otto Willem Eleveld is een van de deelnemers aan dit project. Zijn bedrijf is in Hooghalen gevestigd, waar hij onder andere aardappelen, suikerbieten, vezelhennep, mais, brouwgerst en veldbonen verbouwt. “Ik ben steeds op zoek naar manieren om de teelt te verduurzamen, dus nu heb ik als probeersel bijvoorbeeld lupinen ingezaaid. We lopen als sector tegen grenzen aan en we moeten kijken hoe we de landbouw anders kunnen aanpakken. Om het bodemleven niet te verstoren, ploeg ik zo weinig mogelijk, al ontkom ik er niet altijd aan.”
Tevreden over de akkerranden
Toen hij hoorde van het project om akkerranden in te zaaien, was hij dan ook meteen geïnteresseerd. “Ik ben een liefhebber van alles wat er leeft. In mijn tractor heb ik altijd een verrekijker bij me om bijvoorbeeld vogels te kijken. Die akkerranden zien er niet alleen mooi uit, ze trekken ook vogels en vlinders aan. En insecten als natuurlijke plaagbestrijding. Dat zijn voordelen die ik graag wil overbrengen aan mijn collega’s.”
Afgelopen zomer was het tweede jaar dat boeren langs de randen van hun akkers een speciaal zadenmengsel hebben ingezaaid. Eleveld is tot nu toe tevreden over het resultaat: “Het eerste jaar kwam niet alles op door de droge zomer, maar dit jaar waren mijn randen mooi. Het onderhoud is me meegevallen en door het insectenleven in die randen heb ik minder hoeven te spuiten.”
Duurzame, tweejarige mengsels
Op basis van de ervaringen van de eerste twee jaar zijn de zaadmengsels voor 2020 aangepast. Rick: “Boeren hebben tot nu toe mengsels ingezaaid van eenjarige planten die prachtig bloeien. Komend jaar bieden we meerjarige mengsels aan met grassen, wilde peen, klaversoorten en wilde cichorei. Die bloeien minder uitbundig dan klaprozen en korenbloemen, maar je hoeft ze niet elk jaar in te zaaien, waardoor je de bodem met rust kunt laten. Dat is gunstig voor de biodiversiteit: er komen daardoor nog meer vogels en bijen op de randen af.” Hij is van plan om de effecten van de randen te bestuderen. “Met die kennis kunnen we de boeren adviseren in hoeverre ze minder hoeven te spuiten, omdat de insecten in de rand de schadelijke insecten van het gewas halen. Wij vertellen uiteraard niet hoe ze dat moeten doen: boeren gaan zelf aan de slag, kijken wat er gebeurt en brengen hun kennis zelf weer in praktijk.”
Animo voor een vervolg
Boeren die meedoen aan het project leveren een deel van hun grond in en krijgen de inkomstenderving vergoed. Het project loopt tot en met 2021. Of er daarna opnieuw subsidie wordt uitgetrokken voor de akkerranden is nog niet bekend. Rick: “Het animo is er bij de boeren en de geluiden zijn positief bij de subsidieverstrekkers. Hopelijk leidt dit tot een vervolg.”